|
![home](images/home.gif) |
meetkunde problemen 11 t/m 15 |
![](images/davdata_small.gif) |
![contact](images/post.gif) |
vorige
volgende
11.
![](geopuzzle11/fig1.jpg)
Gegeven is vierkant ABCD en een punt P erbinnen zodanig dat LPAB = LPBA = 150.
Bewijs dat driehoek CDP gelijkzijdig is.
![](images/oplossing.jpg)
12.
![](geo12/fig1.jpg)
Gegeven is
1. ΔABC met op BC het punt D zo dat AB=DC.
2. De grootte van enkele hoeken, zie figuur (in blauw).
Bereken de waarde van x.
![](images/oplossing.jpg)
13.
bereken de hoek x in onderstaande figuur:
![](geo13/fig1.jpg)
![](images/oplossing.jpg)
14.
![](geo14/fig1.jpg)
AD=DB
bewijs dat x=22,5
![](images/oplossing.jpg)
15.
![](geo15/fig1.jpg)
![](images/oplossing.jpg)
volgende ![](images/right.gif)
|
|