|
![home](images/home.gif) |
meetkunde problemen 6 t/m 10 |
![](images/davdata_small.gif) |
![contact](images/post.gif) |
vorige
volgende
6.
![](geopuzzel6/fig1.jpg)
AB = 6; AC = 8
BP en CN zijn zwaartelijnen en staan loodrecht op elkaar.
Opgave: bereken BC.
![](images/oplossing.jpg)
7.
![](geopuzzel7/fig1.jpg)
Gegeven:
Gelijkzijdige driehoek ABC .
M is het middelpunt van BC en van een halve cirkelboog.
De bogen CF, FG en GB zijn gelijk.
Te bewijzen:
CD = DE = EB.
![](images/oplossing.jpg)
8.
![](geopuzzel8/fig1.jpg)
Gegeven is een vierkant en lijnstuk CD = AB.
De met een rood rechthoekje aangegeven hoeken zijn 300
Gevraagd wordt de hoeken a+b te berekenen.
![](images/oplossing.jpg)
9.
Gegeven zijn punten A en B en cirkel c.
Construeer een cirkel door A en B die c snijdt in diametraal tegengestelde punten.
![](math/tungsteno/fig1.jpg)
(In de tekening hierboven is de blauwe cirkel de oplossing)
![](images/oplossing.jpg)
10.
![](geopuzzel10/fig1.jpg)
We zien een gelijkzijdige driehoek.
Te bewijzen is dat:
![](images/oplossing.jpg)
volgende ![](images/right.gif)
|
|