meetkunde problemen 26 t/m 30


vorige volgende

26.



Gegeven is de rechthoekige en gelijkbenige driehoek ABC.
Bewijs dat x = LDCE = 45 graden.



27.
Gegeven zijn:
Een halve cirkel met middelpunt P en straal c en daarbinnen twee andere halve cirkels
met middelpunten M en N en straal a en b.
c = a + b.
Daarbinnen twee kleine cirkels met straal r, die de andere cirkels raakt
evenals de loodlijn AB.

Gevraagd:
Druk R uit in a en b.





28.
We zien een rechthoek met daarin twee vierkantjes met oppervlakten 25 en 24.



Bereken de grootte van de geel gekleurde oppervlakte.



29.
Bereken de grootte van hoek x in onderstaande figuur.





30.
Bereken de straal van de kleine rode cirkel in de figuur hieronder.







volgende