Meetkunde problemen (60..69)


vorige
naar opgaven 70A..L

60.
Bereken hoek x.





61.





62.



De gekleurde rechthoeken zijn gelijk.
a.
berekende hoek α

De oppervlakte van een gekleurde rechthoek is 10.
b.
Bereken de oppervlakte van de grote rechthoek.



63.
Gegeven is rechthoek ABCD en een cirkel die zijden AB en AD raakt en door hoekpunt C gaat.



Vraag: druk de oppervlakte van ABCD uit in x.



64.


Bereken de zijden AB en AC.



65.
Gegeven is vierkant ABCD.
DF=a; BE=b;AF=x;
LBAE=LEAF.
Bewijs dat x=a+b;





66.


Bereken de straal r van de kleinste cirkel.



67.
A.
Gegeven is vierkant ABCD.
AB=a; FC=FE=b;
Bewijs dat x2=2ab;



B.
Gegeven is rechthoekige driehoek ABC met twee elkaar rakende ingeschreven cirkels.
AB=5; BC=4; AC=3;
Bereken de straal van de cirkels.



C.
Bereken de oppervlakte van de gearceerde driehoek.





68.
Hieronder staat een afgeknotte kegel.
Bewijs de formule voor de inhoud.





69.
A.





B.