|
|
|
de Stelling van Thales (2) |
|
|
Stelling 3.
Punt P ligt nu buiten de cirkel. Zie fig. 5
Opgave 3.
a.
Doe eens een gok: hoe zou stelling 3 luiden?
b.
Welke hulplijnen trek je eerst?
c.
Bewijs stelling 3 voor P buiten de cirkel.
Opgave 4.
Gebruik alleen een passer en een liniaal.
a.
Bedenk een handige manier om een hoek te maken, die de helft is
van een bekende hoek.
b.
Bedenk een handige manier om een hoek te maken, die het dubbele is
van een bekende hoek.
c.
Teken een lijnstuk AB. (bijvoorbeeld 7 cm. lang).
Neem eens aan, dat AB een reclamebord voorstelt.
Vanuit welke punten zie je dit bord onder een hoek van 60 graden?
d.
zie fig. 6
LA1 = 420 , LA2 = 380 , LS1 = 800
bereken LC1 en LC2
e.
zie fig. 7
Lijn L is een weg, AB is een reclamebord.
Construeer het punt op de weg, vanwaar je het reclamebord onder de
grootste hoek ziet.
|
|