|
|
de straal van in- en omgeschreven cirkels |
|
|
de Straal van de omgeschreven cirkel
eerst een hulpstelling:
Als twee driehoeken een hoek gelijk hebben, dan verhouden hun oppervlakten zich
als het product van hun zijden om die hoek.
Zie de figuur hieronder:
Notatie:
laten we de oppervlakte van diehoek ABC schrijven als [ABC].
DABC en DADE hebben LA gemeenschappelijk.
[ABC] : [ADC] = (p.AB) : (p.AD) = AB : AD
[ADC] : [ADE] = (q.AC) : (q.AE) = AC : AE
vermenigvuldigen met AC en met AD levert:
AB : AD = (AB.AC) : (AD.AC)
AC : AE = (AD.AC) : (AD.AE)
zodat
[ABC] : [ADE] = (AB.AC) : (AD.AE)
Bekijk de figuur hieronder:
M is het middelpunt van de omgeschreven cirkel van ΔABC.
Nu is, volgens de stelling van Thales:
zodat:
[ABC] : [DMB] = (AC.BC) : (DM.BM)
maar ook:
omdat
BM = R {de straal}
AC = b
BC = a
AB = c
volgt:
en
de straal van de Ingeschreven cirkel
Zie de figuur hieronder:
2 * [ABC] = ar + br + cr = r(a + b + c)
zodat:
Opmerking: s is de halve omtrek van de driehoek.
de straal van de Aangeschreven cirkel
zie de figuur hieronder:
De straal ra van de cirkel met middelpunt M is
waarbij:
Het bewijs wordt aan de lezer overgelaten.
Voor wie zelf aan de slag wil:
r, ra , rb , rc zijn straal van de in- en aangeschreven cirkels van ΔABC.
bewijs dat:
|
|