Inleiding In dit artikel worden de optimale afmetingen van een puntzak bepaald. We onderzoeken daarvoor de verhouding tussen inhoud en oppervlakte. Deze verhouding moet, om verspilling van papier te vermijden, zo groot mogelijk zijn. De bedoeling is ook om het resultaat met minimale inspanning te verkrijgen: de goede wiskundige is immers van nature lui. De Constructie Een puntzak wordt verkregen door een segment uit een cirkelvormig stuk papier te knippen en vervolgens de delen tegen elkaar te plakken zodat het middelpunt de top wordt van een kegel. In dit artikel vergeten we de plaknaden. Zie de figuur hieronder, de punt-zak is een punt-muts geworden, dat tekent wat prettiger. De hele cirkel heeft een oppervlakte pR2. Stel, dat we een segment uitknipten met een hoek van a graden. Het uitgeknipte segment heeft een oppervlakte van pR2.(a/360) Het gebruikte papieroppervlak is dus
Het grondvlak heeft een kleinere straal r en de hoogte is h. De oorspronkelijke cirkel heeft een omtrek van 2pR. De booglengte van het uitgeknipte segment is : 2pR.(a/360) De overgebleven boog is de omtrek van de kleine cirkel met straal r, zodat geldt:
Voor deze verhouding doet R er niet toe. Dus kiezen we gemakshalve R = 1. Het gebruikte papieroppervlak is nu:
waarbij de product- en de ketttingregel worden toegepast:
Maar de eenvoudigste conclusie is natuurlijk:
Een grafische oplossing kan worden gevonden met Graphics-Explorer Vervang r door x en plot de formule
oftewel de afgeleide te plotten. Gebruik daarvoor dan een andere kleur en zoom in op het snijpunt met de x-as. inhoud:oppervlakte (Y) en de straal van het grondvlak (X). De gele lijn is de afgeleide functie. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||