Algebra probleem (10)


Hieronder staat een rechthoekige driehoek met zijden a,b en c.
Bewijs de formule voor de oppervlakte A.



Het bewijs staat iets naar beneden.

Bij punt ...1) van de oplossing:

(a + b)2 = a2 + 2ab + b2
dus ook:
(a2 + b2)2 = a4 + 2a2b2 + b4

Bij punt ...2) van de oplossing:

a2 - b2 = (a - b)(a + b)
dus ook:
a4 - b2 = (a2 - b)(a2 + b)

Vergeet ook de stelling van Pythagoras niet.
Waar wordt die toegepast in het bewijs?