|
Als:
bereken dan:
Oplossing
Door optellen van regels ...1 en ...2 ontstaat:
Hier staat al de uitdrukking(a+b).
Maar hoe komen we van de wortels af?
Stel eens:
Dat verandert het stelseltje vergelijkingen in:
Dat doet denken aan:
(a+b)3 = a3 + 3a2b + 3ab2 + b3
Vermenigvuldig dus regel ...5 met 3 en tel daar regel ...4 bij.
Het resultaat is:
Nu regel ..6 invullen bij ...3 en de factor 9/5 erbij zetten:
Het antwoord is 73.
|
|